Mayke Nas studeerde piano en compositie. Ze ontving opdrachten van o.a. Ensemble Modern (DE), Ragazze Kwartet, Radio Filharmonisch Orkest, Eighth Blackbird (USA), Liza Ferschtman, Slagwerk Den Haag, Nederlands Studenten Orkest, Koninklijk Concertgebouw Orkest, BlIndman (BE), Nieuw Ensemble, Hexnut, Calefax, Neue Vocal Solisten Stuttgart (DE), Rotterdams Philharmonisch Orkest, Ensemble Continuum (CA), ASKO en Schönberg Ensemble.
Voor haar stuk (w)here, geschreven voor het Asko Ensemble in opdracht van Festival November Music & het Fonds voor de Scheppende Toonkunst, ontving zij de Matthijs Vermeulen Aanmoedigingsprijs 2003. In 2005 kende het Prins Bernhard Cultuurfonds haar tijdens het Traces Festival de Anjer Muziekprijs 2005 toe voor La Chocolatière Brûlée, geschreven voor het Nieuw Ensemble. Down the Rabbit-Hole, geschreven voor het Koninklijk Concertgebouworkest werd bekroond met de Kees van Baarenprijs 2015.
Mayke Nas begaat graag ongebaande paden. In 2005 bewerkte zij het toneelstuk 'Self-Accusation' van Peter Handke voor Slagwerkgroep Den Haag tot het stuk I Delayed People's Flights By Walking Slowly In Narrow Hallways - voor vier spelers, vier stoelen, vier versterkte schoolborden en live-electronica in samenwerking met Wouter Snoei. In 2006, blies zij het concept van publieksparticipatie nieuw leven in met het op fluxus geïnspireerde stuk Anyone can do it voor zes volledig onvoorbereide spelers, niet noodzakelijkerwijs begenadigd met enig muzikaal talent. Tussen 2008 en 2011 verkende ze met Douze Mains uitgebreid de ingewanden van een piano. In 2014 toverde zij Ralph van Raat achter de piano om in een volleerd marionettenspeler in het stuk Behind the Scenes IV: El Angel Exterminador. En als voorlopig klapstuk verstopte ze in Unraveled tijdens de Cello Biënnale 2016 een heel symfonie-orkest (Nederlands Philharmonisch Orkest o.l.v. Ed Spanjaard) op het podium.
In het seizoen 2011-2012 was Mayke Nas artist-in-residence van het Berliner Künstlerprogramm des DAAD.
Van 2016 t/m 2018 was Mayke Nas Componist des Vaderlands.